Regels voor coaches

De laatste tijd komt het steeds vaker voor dat er tuchtzaken tegen coaches plaatsvinden. Reden voor de polocommissie om een aantal regels, die van toepassing zijn op coaches, op een rijtje te zetten. Dit hoofdstuk bevat deze regels. Specifiek bij een waterpolowedstrijd zijn de volgende artikelen voor een coach van toepassing.

1 Ploegen en vervangers (WP 5.2)

Coaches en begeleiders (maximaal 3) en wisselspelers (maximaal 6) dienen tijdens de wedstrijd op de spelersbank te zitten. De hoofdcoach mag staand bij de spelersbank op de doellijn op een rustige wijze aanwijzingen geven aan zijn ploeg. De hoofdcoach van de aanvallende ploeg mag zich begeven tot de vijf meterlijn. [Toelichting: Alleen de coach, zoals die op het formulier vermeld staat, mag staande zijn aanwijzingen geven. Bij een aanval van zijn ploeg mag hij meelopen tot zijn eigen 5-meter lijn. Als de aanval afgeslagen wordt en hij dus verdedigende coach wordt, moet hij terug naar de spelersbank. De eventuele assistent-coach(es) moeten altijd op de bank zitten – dit geldt ook voor de spelers.]

2 Speelduur en wisselen speelhelft (WP 11.2)

De ploegen, inclusief de spelers, coaches en begeleiders, wisselen van speelhelft voordat de derde speelperiode en de tweede speelperiode van de eventuele extra tijd begint.

3 Strafworp in de laatste minuut (WP 22.8)

Wanneer tijdens de laatste minuut van de wedstrijd een strafworp wordt toegekend mag de coach van de ploeg die de strafworp moet nemen er voor kiezen verder te spelen middels een vrije worp. De tijdwaarnemer zal in dit geval de 30-secondenklok weer terug moeten zetten. [Opmerking: Het is overeenkomstig deze regel de verantwoordelijkheid van de coach om onmiddellijk duidelijk kenbaar te maken of het team het balbezit wil behouden, door zijn beide armen gekruist voor zijn borst te houden en de scheidsrechter hierop te attenderen.]

4 Coach(es) en scheidsrechters

Natuurlijk komt het voor dat een coach het niet eens is met de beslissing van de scheidsrechters. Bij een sport waarbij 30-40% van de overtredingen niet gezien wordt, is dit logisch. Als coach dient u dit te accepteren. Het schreeuwen van aanmerkingen, beledigingen, het maken van afkeurende gebaren, of enige andere vorm van misnoegen over de leiding kan door de scheidsrechter(s) bestraft worden. Dit gebeurt door het tonen van een gele of rode kaart aan de betreffende coach. Een gele kaart is een waarschuwing, bij herhaling van de overtreding wordt de rode kaart getoond.

5 Gele en rode kaartensysteem

Het gebruik van de gele en rode kaart tegen teamofficials die plaatsnemen op de spelersbank. Het gele/rode kaartensysteem is nodig om de ploegenbank onder controle te houden. Het geven van een rode kaart door de scheidsrechter geeft aan dat de coach of een andere teamofficial, de zwemzaal moet verlaten. Een gele kaart dient als waarschuwing en kan alleen aan de coach worden gegeven. Wanneer de coach de gele kaart heeft ontvangen, behoudt hij zijn rechten en verantwoordelijkheden. Wanneer de coach een rode kaart wordt getoond, neemt de assistent-coach zijn functie waar, met diens rechten en verantwoordelijkheden. Hij mag echter niet naast de bank staan of in de aanval meelopen tot de 5-meterlijn. (Hij moet dus op de bank blijven zitten!) Een assistent-coach kan alleen maar een rode kaart getoond krijgen.

Zowel gele als rode kaarten worden op het wedstrijdformulier vermeld. Indien een rode kaart aan coach en/of assistent coach getoond is, dient altijd een rapport door de scheidsrechter te worden ingediend en zal de zaak volgens het tuchtrecht worden afgehandeld (schorsing, boete).

6 Spelers met 3x U20, UMV of UMV/4

Een speler die van de scheidsrechter driemaal een U20 heeft gekregen, moet op de spelersbank gaan zitten en zijn cap ophouden. Hij mag zich op geen enkele wijze met het spel bemoeien, dus ook geen aanwijzingen geven! Als hij dit toch doet, zal er een strafworp gegeven worden (opzettelijk bemoeien met het spel, terwijl je eruit gestuurd bent).

Een speler die een UMV of een UMV/4 (deze speler zal ook een rode kaart getoond worden) gekregen heeft moet de zwemzaal verlaten, hij mag ook niet op de tribune plaatsnemen.

7 Protesten

Regelmatig hoor je opmerkingen van coaches/aanvoerders dat men protest wil indienen. Natuurlijk is dit mogelijk, maar u dient zich dan goed te realiseren dat:

1. Er kan uitsluitend geprotesteerd worden tegen:

  • het foutief toepassen van spelregels, nooit tegen waarneming van de scheidsrechter
  • een uitspraak van de scheidsrechter
  • een handeling van de secretaris(sen) en/of de tijdwaarnemer(s);
  • de toestand van het speelveld en het materiaal, mits vóór aanvang van de wedstrijd aan de scheidsrechter(s) is verzocht veronderstelde gebreken te constateren.

2. Er kan alleen geprotesteerd worden als het een wedstrijd betreft in een klasse/afdeling met een promotie en/of degradatie regeling, bekerwedstrijd, of in een afdeling waar deelname aan NK’s in het geding is.

3. Als het protest toegewezen wordt zijn er geen kosten aan verbonden

4. Een afgewezen protest brengt kosten met zich mee.

5. Een protest dat wordt afgewezen wegens vormgebrek kost aanzienlijk meer

6. Het is ieders recht om een protest in te dienen, dus als de tegenpartij dit wil, geeft u gewoon uw medewerking. (handtekening van de aanvoerder). Als u medewerking weigert, kunt u er zelfs op aangesproken worden en een boete krijgen. Door middel van die handtekening wordt uitsluitend vastgelegd dat u op de hoogte bent, dat er geprotesteerd is. Het zegt niets over het er mee eens zijn. De protestcommissie van de KNZB zal uiteindelijk een uitspraak doen of het protest toegekend wordt.

[Voorbeeld 1: De scheidsrechter kent een doelpunt toe aan de tegenpartij. Volgens u was de bal niet geheel over de doellijn. U overweegt protest aan te tekenen. Dit is zinloos, want het gaat het hier om de waarneming van de scheidsrechter.]

[Voorbeeld 2: Een speler krijgt een 3e P en bemoeit zich vervolgens nog met het spel. De scheidsrechter geeft hem een UMV/4 met strafworp tegen. Dat is niet de juiste straf, alleen de strafworp was voldoende. Hier wordt dus een spelregel foutief toegepast en kunt u protest aantekenen.]

De procedure die van toepassing is bij protesten kunt u vinden in Artikel 2.29 in Hoofdstuk 2. [Opmerking: Let op: het zetten van het kruisje op het formulier betekent dat u protest aantekent. Als u daarna geen formulier opstuurt, zal het protest “wegens vormgebrek” afgewezen worden. (Met de kosten, zie Bijlage II, zal uw penningmeester niet blij zijn!)]

8 Belangrijkste artikelen Q-reglement van de KNZB Beroepscode:

2.2. De trainer is zich bij de uitoefening van zijn beroep voortdurend bewust van zijn voorbeeldfunctie.

2.3. De trainer handelt naar de regels, de geest en de gebruiken van de desbetreffende sport. De trainer onthoudt zich van het schaden van de belangen van de desbetreffende sport en van de daarmee verbonden organisaties en sporters.

2.6. De trainer onthoudt zich van uitlatingen en gedragingen met een discriminerend of anderszins beledigend karakter, alsmede van uitlatingen en gedragingen waarvan hij kan of behoort te weten dat deze voor een derde schadelijk zijn.

2.7. De trainer onthoudt zich van enig advies ter zake van het gebruik of doen gebruiken van door de desbetreffende sportbond verboden middelen (doping), noch stimuleert het (doen) gebruik(en) van  

verboden middelen. De trainer zal het gebruik van verboden middelen afraden en minderjarige sporters wijzen op de daaraan verbonden gevaren.

3.3. De trainer is zich bewust van zijn begeleidende en pedagogische taak. Waar het de belangen van de sporter betreft, stimuleert de trainer de sporter tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid en geeft de sporter daartoe de daarvoor benodigde informatie. Uiteindelijk beslist de sporter over wat in zijn belang is.

3.11. De trainer spoort de sporter aan zich overeenkomstig de regels van die sport te gedragen en op respectvolle wijze om te gaan met andere sporters, scheidsrechters en overige officials. De trainer bevordert fair play en onthoudt zich van aanwijzingen of opdrachten aan de sporter die daarmede in strijd zijn.

[Opmerking: Het verdient de aanbeveling de gehele beroepscode eens te lezen. Zie hiervoor de KNZB website, onder Reglementen.]